Monday, 8 August 2011

De VOC in China en Japan

Ten tijde van de late Ming en de Qing is er geen openheid ten opzichte van het buitenland dat van overzee komt (Portugal, Nederland en Spanje).
Zelf onderneemt het Chinese hof wel maritieme expedities, maar dit heeft meer tot doel om eigen prestige te vergroten dan om daadwerkelijk overzeese handel te drijven.

In het midden van de 16e eeuw krijgen de Portugezen vergunning om een nederzetting te vestigen in Macao.
Doordat de VOC in Batavia in contact komt met Chinese handelaren en hun producten proberen ze vroeg in de 17e eeuw Macao te veroveren om ook directe handel te drijven, maar de inname mislukt. Wat wel lukt is om zich op Taiwan (Formosa) te vestigen. Van hier uit komt de handel tussen Japan en China op gang. Deze buitenlandse handel is echter wel aan strenge controle onderworpen.
Via officiële weg probeert de VOC handelsvoorrechten los te krijgen maar dat levert geen resultaat op. Pas in 1684 mogen buitenlanders jaarlijks enige tijd in Canton verblijven om te handelen onder streng toezicht. Uiteindelijk is de VOC zeer succesvol geworden in de handel met China.

Op dit moment loopt er in het Maritiem Museum in Rotterdam de tentoonstelling
Yin & Jan, China en Nederland door scheepvaart verbonden’
Maak kennis met de eeuwenoude handelsrelatie tussen Nederland en China, onze wederzijdse beïnvloeding en de belangrijke rol die de scheepvaart hierin heeft gespeeld. Zonder de Chinezen waren wij geen echte 'theeleuten' of verkochten we geen Delftsblauwe souvenirs. En zonder de Nederlanders had Hong Kong geen luchthaven in zee en was Shanghai geen wereldhaven. 

In de 2e helft van de 16e eeuw en begin van de 17e eeuw speelt Japan dus een essentiële rol in de handel met China. De westerse handel komt daarin terecht, want het is Chinese handelaren verboden om direct handel te drijven met Japan. China en Japan zijn op economisch gebied van elkaar afhankelijk, want Japan wil China's zijde en China wil zilver.
Zowel China als Japan hebben economische problemen. De oogst is slecht (a.g.v. een koude periode in de hele wereld), de graanprijzen stijgen, de markt klapt in, mede doordat er geen zilver meer is. Er gaat minder zijde naar Japan en de zijde prijs daalt. In het begin van de 17e eeuw sluit Japan zijn deuren om zich te concentreren op de eigen economie en kan er niet meer met hen gehandeld worden. Alleen de Hollanders wordt nog iets handel toegestaan.
Uiteindelijk leidt deze economische crisis in China tot de val van de Ming dynastie (1644). Na 1650 gaat het in Japan weer beter en maakt de VOC veel winst (1664-1673).

Wat zat er voor de Chinezen in? Welke goederen uit het Westen waren interessant voor de Chinezen?
Eigenlijk niet veel. Vuurwapens, kanonnen, wat wol en lakens en wat westerse exotica. Waaronder verrekijkers, prisma, horloges en speelklokken. Het museum speelklok in Utrecht heeft de afgelopen jaren 8 van deze speelklokken mogen restaureren. Deze 'SingSong's zijn schatten uit de Verboden Stad in Peking. Zij werden in de 18e eeuw (valt jammer genoeg buiten de periode van de Gouden Eeuw) verzameld door een van de Qing keizers. Tentoongesteld in Utrecht in 2010
De goederen werden aangevuld met specerijen, beesten, parels en bijgepast in zilver, wat uit Mexico gehaald wordt.  
Uit: aantekeningen en syllabus Sinologie 2010, tentoonstelling Yin en Jan

Volgende keer: Wat voor beeld hadden wij van de Chinezen?

No comments:

Post a Comment